“Gebarentaal, wat leuk, is dat nou een internationale taal?” Het is de meest gestelde vraag door horende mensen die niet bekend zijn met gebarentaal. Het antwoord is nee: gebarentaal is niet universeel. Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer gebarentalen die wetenschappers nog niet kennen. Duitse doven zullen een gesprek tussen Nederlandse doven niet zo maar kunnen volgen, om maar een voorbeeld te noemen. Dit laat zien dat het verschillende talen zijn. Anderzijds hebben bijna alle doven de ervaring dat er toch makkelijk te communiceren is met doven die een andere taal spreken. Dit heeft vermoedelijk verschillende oorzaken. Doven zijn het gewend om moeite te moeten doen om met anderen te communiceren: de meeste mensen in de omgeving van veel doven zijn immers horend, en beheersen geen gebarentaal. Verder hebben gebarentalen weliswaar hun eigen woordenschat en hun eigen grammatica, maar er zitten in de grammatica veel elementen die in de meeste gebarentalen terugkomen. Zo kunnen gebaarders die ‘over de grens’ willen communiceren gebruik maken van de gebarenruimte, van iconische (beeldende) gebaren, en van bijvoorbeeld vraagmimiek. Deze gedeelde elementen ontbreken in gesproken talen. Voor communicatie tussen horenden zijn daarom wel eens kunsttalen bedacht, zoals Esperanto. Veel doven hebben hier geen behoefte aan, omdat ze weten dat ze in veel landen zich toch wel makkelijk verstaanbaar kunnen maken, en relatief makkelijk de lokale gebarentaal kunnen leren als ze er langer verblijven. En eigenlijk blijkt ook bij horenden dat bedachte talen als Esperanto niet erg populair worden: de meeste mensen leren dan liever een wereldtaal als het Engels of het Spaans.
Er is niet één universele gebarentaal |