Sinds in de jaren ’60 het gebarentaalonderzoek op gang kwam, hebben onderzoekers zich sterk gemaakt voor het idee dat gebarentaal een echte, zelfstandige taal is. Dat is natuurlijk ook zo, maar de laatste jaren kijkt men ook vaak naar hoe gebarentaal beïnvloed wordt door de omringende gesproken taal. Een goed voorbeeld hiervan is het gebruik van de mond.
Een deel van alle mondbewegingen die tijdens het gebaren gemaakt worden zijn eigen aan de gebarentaal. Er zijn twee categorieën: de orale componenten en de gesproken componenten (meestal stemloos uitgesproken). We hebben onderzoek gedaan met het Corpus NGT om te kijken naar wat verschillende gebaarders nou eigenlijk precies doen terwijl ze met elkaar zitten te gebaren. Eén van de dingen die we wilden weten was of er variatie zit in de woorden die als gesproken componenten gebruikt worden. Zeggen mensen bij het gebaar KOFFIE altijd ‘koffie’? Of gebruiken ze ook andere woorden als ‘lekker’ of ‘met melk’? We hebben de 30 meest voorkomende gebaren onderzocht, zoals GEBAREN, SCHOOL, en MAAR. Hierbij blijkt vaak hetzelfde woord uitgesproken te worden. Er zijn dus geen andere woorden uitgesproken dan ‘gebaren’, ‘school’, en ‘maar’.
Wel is er een beetje variatie in woorden met ongeveer gelijke betekenis, zoals de woorden ‘goed’ of ‘prima’ bij het gebaar GOED. De echte variatie blijkt bij deze frequente gebaren te zitten in de keuze tussen een gesproken component en een orale component: bij de meeste gebaren is het zo dat er de ene keer een woord uit het Nederlands wordt gebruikt bij een gebaar, maar een andere keer een orale component.
Wat betekent dat nou eigenlijk? Omdat alle gebaarders in Nederland gesproken Nederlands om zich heen zien, zou je kunnen denken dat gebaarders twee talen tegelijk gebruiken: NGT met de handen en Nederlands met de mond. Maar op de filmpjes die we hebben opgenomen zijn twee doven met elkaar aan het gebaren, dus je zou zeggen dat die geen Nederlands nodig hebben. Zijn die woorden dan onderdeel van de gebarentaal-woordenschat geworden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is meer (experimenteel) onderzoek nodig.
Variatie in combinaties van hand en mond |